De Tabernakel – 15
Het Koperen Altaar Deel 1
door Brad Scott
Vertaald door John Nuhaan
Shemot (Exodus) 27:1-8Gij zult het altaar van acaciahout maken, vijf el lang en vijf el breed, zodat het altaar vierkant is, en drie el hoog. Gij zult hoornen aan de vier hoeken maken; de hoornen zullen daarmee één geheel vormen, en gij zult het overtrekken met koper. Ook zult gij er potten voor maken, om het van as te reinigen, en scheppen, sprengbekkens, vorken en vuurpannen; al zijn gerei zult gij van koper maken. Gij zult een traliewerk ervoor maken, een koperen netwerk, en op het net vier koperen ringen maken aan de vier einden. Gij zult het onder de rand van het altaar van onderen bevestigen, zodat het netwerk halverwege het altaar reikt. Gij zult draagstokken voor het altaar maken, draagstokken van acaciahout en die met koper overtrekken. Zijn draagstokken moeten in de ringen gestoken worden en de draagstokken zullen zich aan de beide zijden van het altaar bevinden, wanneer men het draagt. Hol, van planken, zult gij het maken; zoals Hij u op de berg getoond heeft, zó zal men het maken.
YHVH heeft ons nu rechtstreeks gebracht naar de opdracht voor de bouw van het koperen altaar, dat in de voorhof staat, welke het allereerste is wat je zou zien bij het betreden van het tabernakel gebied. Een groot deel van de beschrijving van dit altaar is eerder beschreven in eerdere beschrijvingen van de voorwerpen in het Heilige der Heiligen en het Heilige, dat wil zeggen het hout en koper. Koper, zoals we eerder hebben vastgesteld, is een beeld van oordeel, en dit altaar wordt de ultieme plek van het oordeel. Dit altaar wordt het brandofferaltaar genoemd. (Shemot 30:28, Vayiqera (Leviticus) 4:7). Dit altaar dient te worden onderscheiden van het reukofferaltaar, welke YHVH gekozen heeft te benoemen na de opdracht tot de bouw van dit altaar. Hier is een goede en geldige reden voor, die we later zullen bespreken in de les.
Dus, laten we beginnen bij het begin van dit altaar. YHVH instrueert Moshe eerst om een altaar te maken. Het woord voor altaar is mizebecha (מזבח). Het woord heeft als bron het werkwoord zavach. Zavach is het Hebreeuwse woord voor offerande brengen of offeren. Dus, het altaar is het zelfstandig naamwoord en het offeren is het werkwoord, of de actie. De letterlijke betekenis van zavach, of offeren, is om iets voor te bereiden voor een hoger doel. Het is direct verbonden met de voorbereiding van een maaltijd om een gast te voorzien. Bijvoorbeeld, een eerdere gebeurtenis in Bere’shiyt (Genesis) laat dit beeld zien.
Bere’shiyt 31:54En Jakob bracht een slachtoffer op die berg en nodigde zijn verwanten tot een maaltijd. En zij hielden de maaltijd en overnachtten op de berg.
Hier hebben we het offer dat rechtstreeks verbonden is met het eten van een maaltijd. Wanneer er een os, een schaap of een geit wordt geofferd op dit altaar, is YHVH tevreden. Wij zien de eerste van zo’n gelegenheid van een brandoffer in Bere'shiyt 8:20, wanneer Noach uit de ark komt en een altaar bouwt. In Bere'shiyt 22:8,13, hebben we een prachtig, bewegend beeld van wat Yeshua‘ zelf zal doen op het tegenbeeld van het koperen altaar, een boom (ed: NBG paal), - een boom waarop Hij vastgenageld werd. In Bere’shiyt 22:8 lezen we dat YHVH zelf in het offer zal voorzien in plaats van Isaak. De meeste christelijke commentatoren zien dit als een verklaring van profetie, dat YHVH Zelf het lam zal worden in de vorm van Yeshua‘. Het Hebreeuws zegt daar: ‘elohiym yir'eh-lo hashsheh. Dit is letterlijk vertaald als ’Elohiym zal Zelf voor het Lam zorg dragen. Met andere woorden, ’Elohiym zal Zelf in het lam voorzien. Dit in en uit zichzelf suggereert niet dat Hij Zelf het offer zou zijn. Maar ik zou graag nog een stukje informatie willen toevoegen waarvan ik geloof dat het niet toevallig in de tekst geplaatst is. Het is de vervanger voor Isaak, geloof ik, die meer licht werpt op vers acht.
In vers dertien staat:
Bere’shiyt 22:13Toen sloeg Abraham zijn ogen op en daar zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward in het struikgewas. En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon.
Dit is een geweldig statement. Allereerst hebben we alle elementen van het koperen altaar. Het hout, de ram, de horens, en een plek genaamd YHVH YIREH (יהוה יראה), of YHVH zal voorzien. Nu, is het toeval dat van alle reine dieren die mogen worden geofferd, YHVH voor de ram kiest? Het woord voor ram is ’ayil (איל). Dit woord is de werkwoordelijke bron voor het woord ’Elohiym (אלהים). Het woord struikgewas is het Hebreeuwse woord savak (סבך). Het Griekse equivalent is perikukloo (περικυκλοω), wat omsingeld zijn betekent, met name door vijanden (Lucas 19:43). Ik vind dat de omstandigheden van Yeshua’’s rechtszaak, omsingeld door zijn vijanden en de daaropvolgende kruisiging meer dan alleen maar een gelijkenis is met wat er hier heeft plaats gevonden. Het is ook interessant voor mij, dat hier de zinsnede, tachat b'no (תחת בנו) wordt gebruikt. Dit is vertaald als "in de plaats van zijn zoon." Deze uitdrukking betekent dat de ram werd geofferd in plaats van Zijn zoon. Ik zou niet in hoeven te gaan op de doctrine van het Nieuwe Testament aangaande het doel waarvoor Yeshua‘ in onze plaats aan de boom (ed: NBG paal) moest sterven. Het is niet het feit dat Hij dit deed, dat me intrigeert. Het is de constante herinnering in de Schrift aan de aard van ’Elohiym's wegen in tegenstelling tot de aard van haSatan’s weg. Eén van de meest geciteerde titels van haSatan is de antichrist. Dit woord in het Hebreeuws is de Mashiach Tachat, of de "in-plaats-van Messiah". HaSatan’s aard is, sinds zijn val in Yesha'yahu (Jesaja) 14, om "in plaats van God" te zijn, in plaats van God in elk opzicht, en om ook de hele bewoonde wereld hiervan te overtuigen. Echter, YHVH’s plan vanaf het begin vereiste, dat Hij vleselijk zou worden en sterven "in plaats van" de mens. YHVH moet het lam zijn.
Het hele idee van het brandoffer is om aan het zondeprobleem te voldoen, alvorens ergens anders het huis van YHVH ofwel tabernakel binnen te gaan. Dit is de weg van de Schepper. De Vader woont tussen de cherubs boven het verzoendeksel, de wacht houdende over de ark van het getuigenis. Er was maar één manier waarop de priesters het wasbekken konden naderen, het Heilige binnengaan, het levensbehoudende brood eten, voor het licht van de menorah staan, en wierook op het gouden altaar branden. Zij moeten hun hele wezen geven door de offerande van een brandoffer bij de ingang van het voorhof. Dit is één reden waarom Yeshua‘ zei dat Hij de weg, de waarheid en het leven was, en dat men alleen door Hem tot de Vader kon komen. Het koperen altaar was de enige manier. YHVH zou altijd weten of dit altaar omzeild werd. De wolk van de wierook van het gouden altaar, dat de verzoendeksel bedekte, moest gemengd worden met de brandende kolen die genomen waren uit het koperen altaar (Vayiqera 16:11-13). YHVH zou weten aan de geur van de wierook dat aan het koperen altaar voorbij gegaan was. Het woord "brandoffer" is eigenlijk afkomstig van één Hebreeuws woord. Dit woord is ‘alah (אלה). Het betekent om op te staan, of om omhoog te gaan. Dit woord wordt vaak gebruikt om de handeling van het terug gaan naar Israël te beschrijven. Om naar Jeruzalem te gaan is om omhoog te gaan, om aliya te maken. Om weg te gaan uit Jeruzalem, en om ergens anders heen te gaan, is naar beneden te gaan. Hoe dan ook, de rook van de offers rezen op naar YHVH om een zoete geur te zijn in Zijn neusgaten. Niet omdat YHVH geniet van het slachtoffer, maar omdat dit betekent dat iemand zich geheel gegeven heeft aan YHVH en er een kind verlost is.
Ik wil in twee delen over het koperen altaar praten. Ik wil praten over Nadav (Nadab) en Avihu (Abihu), en de gevaarlijke toestand van het hedendaagse moderne christendom. Ik denk dat de "kerk" tegenwoordig gevuld is met Nadav’s en Avihu’s. Er is een vreemd vuur aan het branden in ons land. Een vreemde rook stijgt op naar YHVH’s neusgaten. Het is een stank. Het is een handvol wierook zonder as van het koperen altaar. Het is het huidige concept van onze religieuze cultuur. Het begon een lange tijd geleden.
Shalom Alecheim! ◊