De Tabernakel – 7
De Tafel van het Toonbrood Deel 2
door Brad Scott
Vertaald door John Nuhaan
Het allereerste ding uit de voorwerpen in het Heilige, welke YHVH kiest om aan ons te tonen, is de tafel van het toonbrood. Wanneer u, door het geloof, het leven gevende Woord van God ontvangen hebt, zoals afgebeeld in de ark, brengt HaShem u vervolgens naar Zijn leven ondersteunende Woord, zoals afgebeeld door het brood in het Heilige. Het Heilige, waarop ik later meer in detail zal ingaan, is Gods portret van onze ziel en met name, onze geest. De tabernakel is verdeeld in drie gebieden, die de geest, de ziel en het lichaam van de Messias typeren en natuurlijk ook onze natuur. Toen YHVH vleselijk werd, deed Hij dit in een drie-enige natuur. De zogenaamde "drie-eenheid" is echter niet een veelomvattende beschrijving van God. De leer van de drie-eenheid, hoe goed ook bedoeld, beperkt God ernstig. YHVH is veel meer dan Vader, Zoon en Ruach haQodesh, zoals gemakkelijk te begrijpen is door gewoon de Tanakh te lezen. Nu terug naar het Heilige. Toen onze Schepper ons hart heeft gezuiverd en gereinigd, begint Hij daarna Zijn werk in onze geest, welke het felle slagveld is, waarmee we elke dag worstelen. We moeten eerst terug verzoend worden met Hem, en verlost worden als Zijn kind, voordat Hij kan gaan werken aan het veranderen van onze gedachten en uiteindelijk ons gedrag. Dat is precies waarover Sha’ul sprak in Efeziërs.
Efeziërs 2:8-10Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. [Dit is waar de meeste moderne "gelovigen" stoppen met citeren.] Want zijn maaksel zijn wij, in Messiah Yeshua‘ geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
Eerst komt het "scheppen" in ons hetgeen alleen God kan doen. Nu heeft hij, door ons geloof en de vriendelijke toestemming, iets om mee te werken. De Pottenbakker heeft wat klei nodig om een pot te maken. Met de straf voor de zonde is afgerekend in het Heilige der Heilige, en nu gaat onze Abba afrekenen met de macht van de zonde in het Heilige, als we hem dat toestaan. We zijn niet langer kinderen des toorns of kinderen van de “duivel” Hasatan is verslagen en de Messiah heeft over hem gezegevierd (Kolossenzen 2:15). Nu, terwijl Sha’ul ons telkens opnieuw waarschuwt, moeten we afrekenen met de “wereld”. De strijd is nu verplaatst naar de arena van het denken, en we moeten ons denken transformeren. Onze Vader heeft ons Zijn Woord gegeven om dit te verwezenlijken.
Shemot (Exodus) 25:30Venatata ‘al-hashshulechan lechem paniym lephenay tamiyd.
“En gij zult op de tafel geregeld toonbrood leggen voor mijn aangezicht”. De zinsnede "en gij zult ... leggen", is eigenlijk uit één Hebreeuws woord genomen. Dit woord komt van de werkwoordelijke bron natan (נתן) wat "geven" betekent. In dit verband of gebruik is "erop zetten" zeer toepasselijk. Ongeacht wat het toonbrood is, God wil dat het te allen tijde vóór Hem wordt getoond – tamiyd (תמיד) - voortdurend. Het woord toonbrood of lechem paniym (לחם פנים) is letterlijk het brood van Zijn gezicht, of aanwezigheid. God gebruikt het brood om Zijn aanwezigheid te symboliseren of erover te spreken. Gods aanwezigheid wordt ervaren door gehoorzaam te zijn aan Zijn woord, hetgeen ook gelijk staat aan Zichzelf. Yeshua’ zei in Mattityahu (Matteüs) 4:4 “Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat." De vergelijking is letterlijk brood dat leven geeft aan het lichaam, met het brood van God, dat leven geeft aan de ziel en geest, en Yeshua’ bevestigde dit snel door Zijn reactie op hasatan in de woestijn. Gods aanwezigheid is in Zijn woord. Dit is precies waarom ik in elk van mijn lessen dit gebied zal benadrukken. Yeshua’ wordt gekend via het ontvangen en het doen van Zijn woord. Als u op zoek bent naar de aanwezigheid van de Heer in uw leven, probeer dan gehoorzaam te zijn aan Zijn woorden!
Devariym (Deuteronomium) 30:11-14Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart om het te volbrengen.
Zo vaak ben ik getuige van mensen die God overal zoeken, de éne opwekking na de andere bijwonend, Hem zoekende bij bepaalde leraars en predikers. Hij is in deze stad of die stad, of hier of daar. Maar de aanwezigheid van God wordt gevonden in het brood des levens, Zijn woorden. Yeshua’ zei, “... Mijn woorden zijn geest en ze zijn leven." Het is het Woord van God, dat ons transformeert. Het zijn Zijn leven ondersteunende instructies, afkomstig van een alwetende Schepper, die ons onbevlekt houden van de wereld, en Zijn woorden zijn dicht aan onze lippen. Luister naar Sha’ul in 2 Korintiërs:
2 Korintiërs 6:14 – 7:1Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke overeenstemming is er tussen Messiah en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt YHVH, en houdt niet vast aan het onreine. en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt YHVH, de Almachtige. Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.
Sha'ul vertelt ons in hoofdstuk 7 vers 1, hoe uit te komen van onder hen. Wij doen dat door onszelf te reinigen, in vlees en geest, en de heiligheid te perfectioneren. Wat of wie bepaalt wat wel of niet schoon is? Wat of wie bepaalt wat wel of niet heilig is? Alleen het geschreven woord van God doet dat. Alleen Zijn brood kan ons laten zien wat goed of fout is, schoon of vuil, rechtvaardig of onrechtvaardig.
Je moet naar het boek Vayiqera (Leviticus) gaan om wat meer details te krijgen aangaande het brood van Zijn aanwezigheid. In Vayiqera leren we:
Vayiqera 24:5-9En gij zult fijn meel nemen en daarvan twaalf koeken bakken, uit twee tienden efa zal elke koek bereid worden; gij zult ze op twee stapels leggen, zes op een stapel, op de tafel van louter goud, voor het aangezicht van YHVH. Gij zult zuivere wierook op elke stapel leggen; dit zal dan dienen als gedenkoffer van het brood, een vuuroffer voor YHVH. Elke sabbatdag zal hij dat steeds opnieuw gereed maken voor het aangezicht van YHVH ; van de zijde der Israëlieten is het een verbond voor altoos. En het zal voor Aäron en zijn zonen zijn, en zij zullen het op een heilige plaats eten, want het is allerheiligst voor hem; het behoort tot de vuuroffers van YHVH; het is een altoosdurende inzetting.
Nou, er staan veel dingen hier, maar we zullen onze studie beperken tot de twaalf broden, de wierook en het eten van het brood door de priesters op de Shabbat. Je zult als eerste zien dat het brood wordt gebakken in twaalf afzonderlijke broden. Vers 8 vermeldt dat deze verbonden zijn aan de kinderen van Israël, die worden vertegenwoordigd door de twaalf stammen. Iedere Israëliet is hier vertegenwoordigd, alle twaalf stammen zijn gelijk in het maken van elk brood. In vers 7 wordt tot hen gezegd zuivere wierook te verspreiden op elke rij als een gedenkteken. De term "zuivere wierook" is bijna een overtolligheid. Het woord wierook of levonah (לבונה) is verwant aan de woorden voor "wit" en "maan". Het woord alleen betekent puurheid, zoals in het witte linnen dat wordt gegeven aan de heiligen van God. Dit woord komt bijvoorbeeld voor in Yesha'yahu (Jesaja) 1:18, wanneer de heiligen van God wordt verteld dat al waren hun zonden als scharlaken zij zullen wit worden als sneeuw. Het Woord van God is 7 keer gelouterd volgens Mizemor (Psalmen) 12:7. Gods zuivere heiligheid zal gezien moeten worden in Zijn mensen die het getuigenis zijn en getuigen van Zijn brood van leven. In het Hebreeuwse denken worden Zijn mensen vergeleken met de maan, een andere verwant woord van lavan. Zoals het is met de verschillende fasen van de maan en zijn consequente vernieuwingen, zo is het Gods verlangen om Zijn volk te vernieuwen en te herstellen tot zuiverheid en heiligheid. Het is een zuiver en heilig leven dat over het woord van God wordt gesprenkeld dat werkelijk Gods aanwezigheid doet ervaren. Ze krijgen de opdracht om een gedenkteken te zijn van dit leven gevende brood. Het woord "gedenkteken" is van het woord zakar (זכר). Dit woord hebben we gedefinieerd in afgelopen studies. Het is vele malen vertaald als gedenken. Het betekent niet herinneren of terug halen uit het geheugen, maar meer om te spreken of te handelen in naam van iemand of iets. Dit is wat het betekent wanneer de Schrift zegt "God gedacht Rachael" of "God gedacht Noah". Het betekent dat God heeft gehandeld of sprak namens Rachael of Noah. Toen de dief Yeshua’ vroeg hem te "gedenken" als Hij zou aankomen in Zijn koninkrijk, impliceerde hij niet dat Yeshua’ hem zou kunnen vergeten. Hij vroeg Yeshua’ te handelen namens hem en Yeshua’ beloofde hem dat hij precies dat zou doen. Dus de wierook of de zuiverheid van Gods woord was om voortdurend volgens Zijn Woord te handelen of spreken. Het zou een getuige worden van de leven ondersteunende woorden van YHVH.
De laatste twee verzen zijn instructies van God met betrekking tot het rouleren en het consumeren van dit brood door de priesters. De twaalf broden waren om gegeten te worden op de wekelijkse Shabbat en vervangen door nieuwe exemplaren voor de komende 7 dagen. Het was op de Shabbat, dat het brood gegeten moest worden. Dit is een onderdeel van de achtergrond van het lezen van de wekelijkse Parashiots. Het brood of het woord van God (Torah) was verdeeld in secties en wekelijks gegeven aan de mensen. In aanvulling werden na de verwijdering van de Torah door Antiochus, ook lezingen uit de profeten toegevoegd. Deze staan bekend als haftarah lezingen. In Lucas 4:18-19 staat Yeshua’ op de bemah en leest voor uit Yesha'yahu 61, de haftarah lezing voor die specifieke Shabbat. Niettemin is het op de Shabbat dat Gods volk bijeen komt om het Woord van God te horen. Onze CD serie getiteld “De kerk en het boek Handelingen” gaat in op vele details aangaande het samenkomen van de heiligen op Shabbat, niet zondag. Het eten van het brood door Aäron en zijn zonen en de vervanging van de broden is een prachtig beeld van het samenkomen van Gods volk om Zijn dagelijkse leven gevende woorden te ontvangen. In het 12e hoofdstuk van Romeinen worden we er door Sha’ul aan herinnerd, dat we niet gelijkvormig moeten worden aan deze wereld, maar omgevormd moeten worden door de vernieuwing van ons denken. Dat is het doel van wat het Heilige en al z’n voorwerpen ons leert, evenals aan de Israëlieten in die tijd.
Shalom Alecheim! ◊